Richard Wagnerstraat
vanaf 1927
beginjaar straat: raadsbesluit
Alle naamvarianten:
-
RBRb. 23-12-1927Richard Wagnerstraat van 1927
- R.Wagnerstraat
- Rich. Wagnerst.
- Rich. Wagnerstr.
- Rich. Wagnerstraat
- Rich.Wagnerstr
- rich.wagnerstr.
- Rich.Wagnerstraat
- Richard Wagenrstraat
- Richard Wagnerlaan
- Richard Wagnerstr
- Richard Wagnerstr.
Vernoemd naar: Richard Wagner
Wilhelm Richard Wagner (Leipzig, 22 mei 1813 – Venetië, 13 februari 1883) was een Duits componist, dichter en librettist. Richard Wagner was een belangrijk vernieuwer van de muziek van zijn tijd. Hij componeerde als belangrijkste werken een aantal opera (opera is Latijn voor: "werken") die hij zelf liever als muziekdrama's aanduidde en waarvoor hij ook de teksten (libretti) schreef. Hij streefde naar een Gesamtkunstwerk, de ideale vereniging van woord, muziek en toneel. Op den duur ontstonden daaruit zijn grootse muziekdrama's die uiteindelijk in een speciaal hiervoor gebouwd theater werden (en worden) opgevoerd in de Beierse stad Bayreuth. Wagner heeft vrijwel zijn hele leven in politieke en financiële moeilijkheden verkeerd; pas in de latere jaren van zijn leven kwam hij tot welstand en aanzien. Hij was aanvankelijk getrouwd (1836) met Minna Planer (1809-1866), had later een (platonische?) verhouding met Mathilde Wesendonck en met Cosima (1837-1930), de dochter van Franz Liszt, veel jonger dan hij (hij was zelf van de generatie van Liszt), uiteindelijk trouwde Wagner in 1869 met haar. Samen kregen ze één zoon, Siegfried Wagner (1869). Tevens had Wagner twee buitenechtelijke dochters bij Cosima, Isolde (1864) en Eva (1867), die beiden door Cosima's eerste echtgenoot, Hans von Bülow erkend werden. Twee van Siegfrieds zonen Wolfgang en Wieland Wagner hebben na hun oma Cosima nog decennialang de gang van zaken in Bayreuth bestierd. Wagner, als persoon en als musicus, blijft onderwerp van controverse en emotionele discussies; zowel verafgoding als volstrekte verwerping komen voor. Hij ageerde sterk tegen Joden, die voor hem een geldbelust element in de nationale samenleving vormden en waaraan hij ook in de kunsten een negatieve rol toekende (de zogenaamde Kunstjuden). Hij achtte hen niet in staat om de Duitse taal in haar volle en diepe betekenis te kunnen gebruiken, in libretti en de toonzetting van liederen. Dergelijke opvattingen verkondigde hij in verschillende antisemitische teksten zoals Das Judenthum in der Musik (1850) en Religion und Kunst (1880), gericht tegen onder meer Giacomo Meyerbeer en Felix Mendelssohn. In dat laatste werk verbond hij een cultureel met een biologisch antisemitisme en verklaarde hij kunstscheppingen uit handen van Joden als degeneratieverschijnselen. Daarmee in verband staat zijn pre-occupatie met thema's als adeldom, reinheid en zuiverheid en de veronderstelde exclusieve aanwezigheid van deze superieure eigenschappen in de Arisch-Europese mens. Zijn keuze voor Oud-Germaanse sagen gaf hem een mogelijkheid om dat als thematiek uit te werken tegenover de 'gedegenereerde' thema's uit de klassieke oudheid en de 'Romaanse' landen die tot dusver gangbaar waren in de muziekkunst. Er is omvangrijke literatuur over Wagner die deze controverse weerspiegelt. Zijn betekenis als componist, muzikaal vernieuwer en librettist staat buiten kijf.
Identifiers
BAG id | 0363300000004656 |
BAG URI | http://bag.basisregistraties.overheid.nl/bag/id/openbare-ruimte/0363300000004656 |
WikiData id | Q19465919 |
WikiData URI | http://www.wikidata.org/entity/Q19465919 |
Adamlink URI | https://adamlink.nl/geo/street/richard-wagnerstraat/3806 |